donderdag 11 augustus 2016

Duster Dodger Day

De slaap was diep en droomrijk. Om 6 uur werd ik wakker. De Tsjechische en Litouwse studenten waren er al uit. Zij zouden om 7 uur vertrekken om op het land te gaan helpen bij de oogst. Zelf gingen we er om 7 uur uit.

De tent was nagenoeg kurkdroog. Het inpakken ging redelijk vlot, tot het moment, dat Ada haar wielerhandschoenen wilde pakken. Ze vond er slechts eentje. De laatste keer, dat ze haar handschoenen gezien had, was gisterenavond.
Er waren 2 mogelijkheden: de wielerhandschoen lag nog in de bar of de handschoen lag op het strand. Daar de bar nog dicht was om kwart over 8 en de rolgordijnen naar beneden waren, konden we daar niet kijken. Derhalve was onze eerste zoekplaats het strand.

Dat kwam goed uit, omdat we toch op het strand wilden ontbijten. Het ontbijt lukte prima in het ochtendzonnetje. Dat gold niet voor het zoeken. Nu hadden we nog 1 kans. De weg naar het strand was doodlopend, dus op de terugweg kwamen we weer langs camping "Diglea".

De receptie was inmiddels open, dus wij vroegen, of we even in de bar mochten kijken. En zowaar: op de vloer in de hoek waar we gezeten hadden, lag Ada's handschoen. Schaterend van het lachen om de zoveelste aflevering van de soap "Hoe raak ik mijn wielerhandschoenen kwijt?" fietsten we naar Snettisham, waar we de National Cycle Network 1 weer oppikten.

Via Ingoldisthorpe kwamen we bij Sandringham House & Country Park uit, het zomerverblijf van Queen Elisabeth II. Maar als je dacht, dat ze ons uitnodigde op de thee, dan heb je het flink mis. De koninklijke families zijn ook overal hetzelfde....

Zodoende besloten we onszelf maar te trakteren op het terras tegenover Sandringham.

Bij het Sandringham Visitor Centre Restaurant wachtte ons een aangename verrassing. Een viertal oudere Britse dames zat aan een tafel, waarvan een tweetal met vreemde hoeden op. Eén van hen spande de kroon met een hoed met allerlei borduursels erop en op de brede rand een strook met daarop de woorden "Duster Dodger Day".

Nu heb ik een voorliefde voor excentriekelingen, dus ik stapte op het kwartet af en vroeg naar de betekenis van die hoed.
De dameswaren vandaag vrij van huishoudelijke klussen, dus ook voor het stofvrij maken van het huis.
Nadat Ada en ik cappuccino en chocolademelk en scones op hadden, liep ik nog even naar het toiletgebouw. Onderweg schoot "Dust in the wind" van "Kansas" mij te binnen. Ik liep naar de "Dust Dodger"toe en vroeg aan haar of ze het lied kende.

Ze kende dit prachtige nummer niet, dus voor haar zong ik op het terras het refrein:
"Dust in the wind,
all we are is dust in the wind,
everything is dust in the wind".

Door de niet zo stoffige laan voor Sandringham House fietsten Ada en ik naar het prachtige dorpje Castle Rising om in het bedrijvige King's Lynn uit te komen. In het centrum pinden we ponden, voordat we bij het Tourist Information op zoek gingen naar campings en gedetailleerdere kaarten. De adressen kregen we, de kaarten konden we bij boekhandel Waterstone's kopen.
Het kopen van goed brood bij een echte bakker bleek in een vrij grote stad als King's Lynn nog een hele klus. De meeste bakkers zijn opgekocht of kapotbeconcurreerd door grote winkelketens. De Brexit begint bij de warme bakker!

In dezelfde London Road, buiten het echte centrum, zat ook een fietsenmaker, die gratis de batterijen van mijn achterlicht verving.
De stad uitkomen bleek weer eens een hele klus, vooral bij de drukker rotondes zonder richtingborden. Met dank aan Ada's oriëntatievermogen reden we in 1 keer goed.
In de buurt van Wiggenhall St. Germans zaten we aan de rand van een kanaal in de bocht van de rivier Ouse op een grasveld aan de lunch.
We reden het platteland van de Fens in. Het heeft wat weg van de Hollandse polders. Dat klopt ook, want in de 17e eeuw zijn Nederlanders druk in de weer geweest om in deze grensstreek van Norfolk en Lincolnshire moerassen droog te leggen.


Vanaf Lordsbridge was het goed te zien op weg naar Tilney Fen End. Aan beide zijden was een kanaal. In het kanaal links stond het water meters hoger dan in het kanaal rechts, dat wel wat weg had van de tochtsloten in de Haarlemmermeer.
Het weer had ook wel wat weg van mijn geboortegrond. Onder een grauw wolkendek moesten we over rechte wegen kilometerslang tegen de harde wind in beuken. Vanaf St. John's Fen kregen we de wind wat meer in de rug tot Walton Highway, waarna we nog eenmaal de wind tegen kregen vanaf West Walton, waar het ook nog eens begon te regenen.

"The Dizzy Man's Band bezong ooit "Zig Zag City". Welnu, Wisbech voldeed hier volledig aan. We zigzagden door het centrum van dit provinciestadje. Bij de Coöp deden we inkopen voor het avondeten, bij Greggs dronken we de gebruikelijke warme dranken op deze vrij koele zomerdag, voordat we aan de laatste etappe begonnen.
Met de wind in de rug reden we in de avondspits naar Leverington om vervolgens over stille landweggetjes naar Tydd St. Mary te rijden. Op weg naar de camping zagen we plotsklaps een bord met "Welcome in South Holland".

Het landschap was dan ook Hollands. Langs de weg zagen we dan ook grote velden met tuinbonen. Van een geknakte plant pal langs de kant van de weg nam mijn vrouw een handvol tuinbonen mee voor het avondeten.
Bij Gadney Broadgate vonden we "Laurel Park", en eenvoudige maar prachtige camping, waar we voor £ 15,- de tent op konden zetten op een ruime plek. We hadden bijna 86 kilometer gefietst vandaag.
We aten gevulde pasta met spinazie en een groenteprutje met als toetje yoghurt met veel aardbeien. In Tydd St. Mary hadden we een bakje strawberries langs de kant van de weg gekocht.
De avond was bewolkt, maar wel droog. Toch lekker als je buiten zit.

Geen opmerkingen: