donderdag 3 maart 2016

De 5 van Wierd

In de sport heb je diverse klassiekers, waarbij een cijfer wordt gevolgd door "van .....". Zo heb je bij het wielrennen op de eerste woensdag na de Tour de France de 8 van Chaam.

Bij het hardlopen is een van de eerste wedstrijden in het voorjaar de 20 van Alphen.

In de Leidse IJshal hebben we te maken met een soortgelijk fenomeen: de 5 van Wierd. Iedere donderdagmorgen neemt Wierd Wagenmakers bij de "Krasse knarren" de eerste en de laatste 5 rondjes van de piramide van 125 omlopen van 200 meter voor zijn rekening. De laatste 5 gaat deze geboren en getogen Fries op techniek schaatsen.
Zo ook vandaag. Ik was om half 9 bij de Vondellaan, waar ik lekker lang in kon rijden. Ik kon me concentreren op de bochten. Dankzij de snelheidsmeter kon ik prima zien, bij welke snelheid ik de bochten goed liep. Bij 23 kilometer ging het gewoon goed, bij 25 kilometer werd het wat onzekerder en boven de 27 kilometer moest ik niet gaan zitten. Dan werd het harken in de bochten. Het is altijd goed om je eigen beperkingen te kennen.
Ik begon met een goed gevoel aan de piramide, maar bij de eerste 5 van Wierd hoorde ik achter me een harde klap. Een "Krasse knar" was onderuit gegaan en had een ander in zijn val richting boarding meegesleurd. Alles liep verder goed af, maar het zorgde er wel voor, dat mijn benen meteen vol liepen.
Het schaatsen ging de rest van de ochtend heel wisselvallig. Er waren momenten, dat het heel lekker liep, maar ook series, die minder goed liepen. Vooral als het peloton boven de 27 kilometer per uur kwam, ging het minder. Als er een keer een gat gevallen is met het peloton, dan kon ik het niet meer dichtrijden.

De bochtentechniek liet me dan in de steek. Waar ik in het begin van het seizoen de bochten op die snelheid probleemloos liep, daar lukt het me na de Kerstvakantie niet meer. In ieder geval weet ik, waar ik in het zomerseizoen aan moet gaan werken: stabiliteit en vertrouwen.

De 25 rondjes, waarbij ik op kop reed, waren wat dat exemplarisch: de eerste 5 rondjes gingen onzeker, de overige 20 liepen steeds beter en aan het eind zelfs lekker. Je leert roeien met de riemen, die je hebt.

Aan het slot kreeg ik de titel van dit stukje in de schoot geworpen. Arthur van Winsen, die achter me reed, zei heel treffend: "We beginnen aan de befaamde 5 van Wierd".

En dat deden we inderdaad op het gladde ijs. We genoten ervan, want Wierd heeft vaste slag. Maar hij heeft ook een vaste hand, zoals blijkt uit het mooie grafiekwerk van deze tekenleraar.

Geen opmerkingen: