maandag 9 september 2013

Romantische Rhein


Om 7 uur werden we wakker door de Hollandse buren, die hun tent aan het inpakken waren. Daar onze tent bijna droog was, volgden wij hun voorbeeld. We hingen de buitentent nog even omgekeerd te drogen, terwijl wij bij de overdekte bank samen met onze Franse buurvrouw ontbeten.
Om half 9 leverden we de sleutel van de kleine poort in. Doordat de borg € 20,- was, kregen we € 7,- terug voor de verrekening van de kampeerplaats.
We reden weer over het hoge bruggetje over het kanaal en even later ook over de hoge brug over der Rhein, die we vandaag bijna de hele dag zouden volgen.
In Mainz begonnen we meteen met eine Umleitung. Daardoor misten we een richtingsbordje en reden fout. Gelukkig kwamen 5 fietsende Duitsers vanaf die kant om te melden, dat het doodliep. Ten halve gedwaald keerden we om en zo kwamen we 4 Italianen tegen, die graag naar het einde toe fout wilden rijden.
Het duurde even, voor we Mainz uit waren, maar toen kwamen we ook in een prachtig gebied. Eerst reden we 2 km tussen de volkstuinen tussen Rijn en rails door, daarna volgde een zeer gevarieerd gebied met akkers, weilanden en veel fruitbomen. Ada kon met moeite de verleiding weerstaan een paar rijpe, op de grond liggende pruimen te pakken.
Aan beide zijden zagen we heuvels het Rijndal omzomen. We reden door leuke plaatsjes als Heidenfahrt en Gaulsheim. Het was een heerlijke temperatuur. Kortom, een perfecte fietsdag.

In Bingen fietsten we naar de Rhein-Promenade. Dat leverde een behoorlijke vertraging op, want het duurde bijna een kwartier, voor we onze koffie verkeerd en warme chocomel hadden bij de Vinothek. Voor € 5,60 hadden we wel artistieke koppen en een eerste klas uitzicht op de Rijn en de omgeving van Rüdersheim.

Na in de binnenstad nog even Mandelstammen en abrikozen gekocht te hebben, keerden we na een korte eetpauze bij de fontein met o.a. Hildegard von Bingen terug naar de fietsroute.

Het duurde 5 minuten langer dan we dachten, want de spoorbomen gingen net voor onze neus naar beneden.

We begonnen aan het traject van Bingen naar St. Goar.

Het is een vrijwel vlak fietspad met af en toe een klein klimmetje of een korte afdaling, grotendeels pal langs de rivier.

De heuvels rezen aan beide zijden steil op met bij vrijwel elk dorp een kasteel, dat er hoog boven uit torende.

Het is een cliché, maar daarom niet minder waar: het was net of je door een ansichtkaart fietste.

Er was dan ook regelmatig een fotostop.

Bij één van die dorpjes, ik dacht Niederheimbach, ontdekte ik het beginpunt van de fietstocht naar Saarburg, dwars door de Hunsrück.


We fietsten door Bacharach naar Oberwesel en vandaar naar St. Goar.







Bij Loreley-Blick hadden we onze lunchpauze. We zaten op de traptreden van een schitterend gelegen camping.

Aan de overzijde van de rivier lag de beruchte klip "die Loreley", bezongen in het gelijknamige gedicht van Heinrich Heine.

Ich weiß nicht, was soll es bedeuten,
Daß ich so traurig bin,
Ein Märchen aus uralten Zeiten,
Das kommt mir nicht aus dem Sinn.
Die Luft ist kühl und es dunkelt,
Und ruhig fließt der Rhein;
Der Gipfel des Berges funkelt,
Im Abendsonnenschein.

Die schönste Jungfrau sitzet
Dort oben wunderbar,
Ihr gold'nes Geschmeide blitzet,
Sie kämmt ihr goldenes Haar,
Sie kämmt es mit goldenem Kamme,
Und singt ein Lied dabei;
Das hat eine wundersame,
Gewalt'ge Melodei.

Den Schiffer im kleinen Schiffe,
Ergreift es mit wildem Weh;
Er schaut nicht die Felsenriffe,
Er schaut nur hinauf in die Höh'.
Ich glaube, die Wellen verschlingen
Am Ende Schiffer und Kahn,
Und das hat mit ihrem Singen,
Die Loreley getan.


Het standbeeld van de Loreley stond vermoedelijk aan de andere kant van de Rijn bij St. Goarhausen.


We fietsten over de camping terug naar de fietsroute. Voor de vijfde of zesde keer haalden we het Italiaanse kwartet in.

Onze reis door de ansichtkaart vervolgden we via Hirzenrath en Bad Salzig naar Boppard, waar we pal na de enorme rondvaartboten in de bocht van de rivier op een bank onze rozijnenbol oppeuzelden.

Vlak voor Spay zagen we nog een leuke camping liggen, maar we hadden de camping in Koblenz op het oog.

De heuvels werden wat lager. We hadden het gebied van de Romantische Rhein achter ons gelaten. Even voorbij Rhens zagen we de Lahn in de Rijn uitmonden. Twee jaar geleden hadden we langs de Lahn gefietst met de Oranjeroute.

We fietsten Koblenz binnen en hadden al snel door, dat er wat aan de hand was. Er stonden heel veel campers, op een grasveld in het park stonden al een paar tenten alsmede flink wat toiletcabines. Bovendien waren er zeer lange kalklijnen in het gras getrokken. Naarmate we dichter bij das Deutsches Eck kwamen, nam de hoeveelheid worstkramen en kermisachtige attracties toe.
Via een loopbrug, die aan de spoorbrug over de Moezel hing, staken we de rivier over. Bij de camping was het een drukte van belang. Een langharige Duitser werd weggestuurd. De camping was vol.
In mijn beste Duits zei ik: "Aber wir haben 100 Kilometer geradet!"
Dat vermurwde een man, die tegen ons zei, dat hij ging kijken, of er nog een plekje te vinden was. Een minuut of 5 later kwam hij melden, dat we ons in konden schrijven en op het veld achter het tweede toiletgebouw een plekje mochten zoeken. Voor € 23,20 deden we dat op zo'n wijze, dat er ruimte over bleef voor andere fietskampeerders.
Ada ging om 5 uur boodschappen doen, terwijl ik de tent inruimde. Om beurten namen we daarna een douche om het zweet van 108 km fietsen van het lijf te spoelen.
We aten ravioli met een groentenmix met veel paprika. Een wesp kwam ons storen. Uiteindelijk dook hij in het flesje Königsbacher Bier. Hij had een mooie dood.
Met heet water deed ik de vaat en spoelde de bidons weer eens grondig.

Na de thee liepen we over de camping om bij de samenvloeiing van Rijn en Moezel te kijken naar de coverband, die onder het pompeuze standbeeld van Wilhelm I al een paar uur luid en duidelijk stond te spelen.

Langs de Rijn wandelden we naar het eind van de camping, waar een flink veld extra was gecreëerd. Daarachter lag nog een grasveld, waar een kleind dorpsfeest plaatsvond. We zagen, dat we vermoedelijk de Umleitung van de volgende dag achterwege konden laten.
In de kantine van de camping namen we nog een klei afzakkertje, waarbij ik het dagboek bijwerkte en Ada "In de schaduw van de dood" van Johan Brouwer uitlas.

Geen opmerkingen: