zondag 25 augustus 2013

De molens rond Kaag en Braassem

De dag begon verrassend goed. Na het ontbijt moest ik even wat ophalen. Daar ik toch aan het fietsen was, bracht ik meteen wat plastic naar de plasticcontainer bij de Stevensbloem. Op de Rijndijk kwam ik Henk Distelvelt en Hans den Outer tegen, die op hun racefiets reden. Zij gaven het goede voorbeeld.
Ja, u leest het goed: Henk Distelvelt gaf het goede voorbeeld!

Om een uur of half 11 was ons bezoek aanwezig. Met Paul Crezee zouden we een stuk gaan fietsen. Voor het zo ver was, aten we eerst een door Ada bereide appeltaart, gemaakt met de James Grieve uit eigen tuin. Het smaakte voortreffelijk.
We fietsten naar de volkstuin, waar Siebe, Ana en ik voldoende sperziebonen plukten voor het avondeten, terwijl Ada Paul rondleidde in de tuin.
Om 12 uur begonnen we aan de route, die Paul had uitgekozen uit "Rivieren, meren en kust".

Uit de door de ANWB geselecteerde fietsroutes in vrijwel heel Nederland leek "De molens rond Kaag en Braassem" Paul een mooie tocht.

Daar konden wij volmondig mee instemmen. De route voerde zo ongeveer langs alle plekken, waar we in goede winters volgaarne schaatsen. Kortom, ik kon mij volledig vinden in deze Alternatieve Molen- en Merentocht.

Via Oegstgeest fietsten we naar Warmond toe, waar we in het bos van Huys te Warmont op daarvoor als een grote tafel met 20 stoelen neergezette boomstronken ons brood opaten.
We vervolgden de weg langs station Sassenheim naar de Kaag. Daar het prachtig weer was, waren er veel fietsers, die net als wij een mooie tocht aan het maken waren. Bij Vredeburg moesten we per pontje oversteken naar Nieuwe Wetering, daar de oude draaibrug is weggehaald en de nieuwe nog niet is gebouwd.
Over een deel van het parcours van de marathon van Leiden fietsten we naar Roelofarendsveen.

Bij het sluisje sloegen we linksaf naar de Braassemermeer, waar we doorfietsten tot de veerpont. Op sommige winterdagen kun je hier zonder boot oversteken, nu leek een pont ons heel praktisch.
Door Rijnsaterswoude trapten we naar Woubrugge toe. Hier zagen we op het smalle fietspad, dat het terras van het restaurant scheidde, het bord "Pas op, overtekende obers".

Aan de oever van de Wijde Aa aten we op een bank met uitzicht op de zeilschepen onze appels en bananen op. De zon was ten langen leste door de bewolking gebroken en het was meteen een stuk warmer.
Over het fietspad op de slingerende dijk begaven we ons naar Hoogmade, waar we langs het oude huis van oom Wim en tante Miep kwamen, in 1991 het begin- en eindpunt van mijn eerste schaatstocht over 200 km.
Bij Rijpwetering pikten we de route van de marathon van Leiden weer op, die we zouden volgen tot de Zijlpoort. De brug van bierkratten in Oud-Ade was inmiddels weggehaald.

De nieuwe fiets- en wandelpaden tussen het Vennemeer en Leiderdorp gaan Ada en ik op een ander moment wel een keer uitproberen.
Langs de Oude Rijn en de Apothekersdijk reden we naar de Morspoort en vandaar naar de Stevenshof, waar we na een prachtige fietstocht van 65 km, die ik iedereen aan kan bevelen, in de tuin konden genieten van een maaltijd van groenten uit onze eigen volkstuin. Grotendeels dan, want de aardbeien met roomijs hebben we daar niet vandaan.
Maar ja, bij een Alternatieve Molentocht hoort nu eenmaal ijs....

1 opmerking:

paul zei

'k lees net je verslag van "onze" fietstocht Bert. Geweldig dat je zoveel herinneringen langs deze route hebt liggen. Het laatste stukje, de Oude Rijn volgend tot in het centrum van Leiden, vond ik ook bijzonder: wat een gezelligheid en dynamiek op zondagmiddag.
groetjes, paul