maandag 11 februari 2013

Waaghals

Mijn schoonvader is vandaag jarig. Vorig jaar schitterde ik door afwezigheid op zijn verjaardag, doordat ik op dat moment in Fryslân een rondje van 200 km aan het schaatsen was.

Daar natuurijs, een enkel vliesje daargelaten, momenteel ontbreekt, fietste ik gisteren met Ada naar haar ouderlijke huis. Hier raakte ik in gesprek met mijn schoonzus Marja. Zij was onlangs op een verjaardag in Leiden, waar het gesprek op schaatsen op natuurijs ter sprake kan.
"Kennen jullie Bert Breed?"
"Ja", was het antwoord. Men kende mij van dit blog.
Maar men voegde er iets aan toe, waar ik het niet mee eens ben: "Hij is een waaghals!"
Ik ga niet beweren, dat ik nooit risico's genomen heb, want dat is niet zo. Sterker nog: iedereen, die zich op natuurijs begeeft, neemt enig risico. 100% betrouwbaar natuurijs bestaat namelijk niet!
Het is wel zo, dat ik vrij vroeg op natuurijs te vinden ben. Het is altijd een gecalculeerd risico, wat ik neem. Ik weet over het algemeen, hoe diep het water is, waar ik ga schaatsen. En dat risico neem ik dan vooral in jaren, waarin je één dag hebt, waarop je kunt schaatsen, en als je die mist, dat je er dan weer een jaar moet wachten. De Vogelplas, de Oostvaardersplassen, het Naardermeer, de Ankeveense Plassen, dat soort ondiepe wateren zoeken we dan op.
Inderdaad, WE: je moet niet in je eentje gaan schaatsen. Gewapend met priemen om de nek en met 2 mensen, die een touw bij zich hebben, trekken we er dan op uit. In de auto heb ik dan een complete set droge kleding klaarliggen voor het geval dat....
Hoewel we hier in Blokzijl op de foto staan bij het bord "Gevaarlijk ijs", was het dit niet. IJs van een decimeter dik is toch wel betrouwbaar te noemen. Honderden, zo niet duizenden mensen hadden hier al geschaatst, dus ons zou het ijs ook wel kunnen dragen. Als je moet wachten, tot de KNSB het ijs heeft goedgekeurd, kom je bijna nooit meer op natuurijs!
Want anders dan sommige mensen denken: ik ben geen waaghals, maar juist erg voorzichtig. Eén van de voornaamste stelregels, die ik heb: als ik het niet vertrouw, betreed ik het ijs niet! Als anderen meer lef hebben: prima. Ik kijk wat dat aangaat de kat liever uit de boom. Want net als een kat ben ik niet zo dol op een nat pak. Zeker niet bij water met een temperatuur van nul graden.

Want ondanks dat ik het imago schijn te hebben van waaghals, de cijfers weerspreken dat. Ik ben nog nooit kopje onder gegaan. Eén keer, eind 1996, vertrouwde ik het onder een brug over de Rijn niet. Met de handen op een balk schaatste ik onder de brug door. Een voet zakte bliksemsnel weg. Doordat ik mijn handen op de balk had, kwam ik er met een natte poot vanaf, waarna ik snel over de Does naar Hoogmade schaatste, waar ik bij tante Miep mijn natte sok en broek droogde bij de kachel.
Denk nu niet, dat ik ga beweren, dat het mij niet kan overkomen, dat ik door het ijs kan zakken. Het kan iedere schaatser, dus ook mij, overkomen, ook al ben je nog zo voorzichtig.

Alleen een waaghals loopt meer risico.

Geen opmerkingen: