woensdag 13 februari 2013

Barentsz Zee


Ten noorden van Rusland en Noorwegen ligt de Barentsz Zee. De zee is genoemd naar de Nederlandse ontdekkingsreiziger Willem Barentsz, die wereldberoemd is geworden door "De overwintering op Nova Zembla".

Door wat mailverkeer met Paul en Bas Crezee kreeg ik zeer veel interessante informatie in de schoot geworpen over de invloed van de Barentsz Zee op onze winters. Want die invloed is veel groter, dan je in eerste instantie zou denken.
Het begon allemaal met dit soort prachtige foto's, die ik van www.weerwoord.be had geplukt.
Van de fotograaf kreeg ik een mailtje terug met wat bespiegelingen over de sneeuwrijke winters van de afgelopen jaren.
Ik ga hier een aantal stukken uit het mailverkeer citeren, met daarbij aangegeven, wie welk stuk geschreven heeft. Paul is een goede weeramateur, terwijl Bas meteorologie studeert. Twee weerkenners dus.

Paul: Opvallend ja, drie winters achter elkaar met rijkelijk vaak en veel sneeuw. Maar meer neerslag in onze contreien was ook al eens door klimatologen aangegeven i.v.m. de oplopende global temp.
Bas: Ja, de toename in neerslag in NL is het grootst in de kustgebieden en is waarschijnlijk een combinatie van hogere (zeewater)temperaturen en veranderingen in het stromingspatroon (meer westcirculatie dus). Dat is de lange termijn trend over de laatste decennia. Op de kortere termijn lijkt hier nu verandering in te komen met koude episodes (geblokkeerd stromingspatroon) gedurende de winter in de laatste jaren.
Paul: Wat me tegenwoordig persoonlijk wel heel erg opvalt is, dat als de wind 's winters in de oost of noord-oost hoek zit, het niet zo koud meer wordt als in de oude winters, zeg van voor 1990. Er zit in Rusland, Siberië vaak helemaal niet zoveel kou meer...
Bas: Dat klinkt inderdaad aannemelijk, dat de verminderde kou te verklaren is door te weinig kou in het brongebied. 

Paul: Wel wil de temperatuur boven een vers sneeuwdek bij sterke uitstraling nog wel eens flink de diepte in gaan, richting recordwaardes.
Bas: Dat klopt, deze uitstraling is langgolvige straling.
Paul: Dit laatste zou je ook kunnen verklaren met het gegeven dat de atmosfeer veel schoner is (minder particulate material, dus fijn stofdeeltjes en minder smogsituaties door minder zuurvormende gassen) dan vroeger.
De normen voor de industriële emissie en ook die voor uitlaatgassen zijn dan ook enorm aangescherpt.
Zo heb ik het in mijn raffinageperiode vanaf eind jaren tachtig meegemaakt, dat de zwavel specificaties in b.v. diesel brandstof omlaag zijn gegaan van maximaal 2000 ---> 500 ---> 150 ---> 50 ---> 10 ppm (mg/kg). Deze factor 200 moet wel een enorme impact gehad hebben.
Bas: Dat klopt, concentraties in de lucht van SO2 van >20 microgram/m3 in 1980 naar <1 microgram/m3 in 2010.
Paul: Een zelfde verhaal geldt natuurlijk ook voor benzine. En dan de intrede van de Pt-katalysator nog natuurlijk, welke de uitstoot van de zure nitreuze gassen weer flink heeft doen dalen.
Bas: Ja, ook NOx concentraties zijn sterk gedaald.
Paul: In dit verband valt het me b.v. ook op, dat echt dichte mist, zoals ik die vroeger vaak beleefde, tegenwoordig veel minder optreedt. Heeft er ook alles mee te maken, volgens mij (minder condensatiekernen en zure gassen, die ook hygroscopisch zijn).
Bas: Dat klopt. Dit hygroscopische effect wordt van belang bij een relatieve luchtvochtigheid (RH) van >80%. Het zorgt ervoor dat het deeltje meer licht (kortgolvige straling) gaat verstrooien. En de aerosolen hebben ook een effect op wolkenvorming, maar dit is iets gecompliceerder. Er zijn meerdere effecten. Een roetaerosol warmt zelf sterk op in kortgolvige straling. Veel aerosolen betekent meer condensatiekernen voor het aanwezige vocht en daardoor kleinere wolkendruppeltjes en over het algemeen een langere levensduur van de wolk. Ook heeft de concentratie en druppelgrootte effect op het reflectievermogen (albedo) van de wolken.
Er is niet zo lang geleden een interessant artikel over gepubliceerd door Aarnout van Delden en Arjen van Beelen, die ik ken van het IMAU. Het is vakliteratuur, maar het artikel is wel op populair wetenschappelijke wijze geschreven. En de beschreven processen zijn goed te begrijpen zonder ingewikkelde formules, je zou er dus eens naar kunnen kijken.

Paul: Dus Bert, de kansen op "De Tocht" zijn volgens dit verhaal dus eigenlijk veel kleiner dan vroeger het geval was, want alleen strenge vorst met sneeuw, daar heb je niet zo veel aan...
Bas: Als de sneeuw op het juiste moment valt (laat genoeg om ijs te kunnen vegen of vroeg genoeg zodat het nog smelt in het water) zou het tóch wel moeten lukken. En in dit kader heb ik nog goed nieuws. Er wordt op dit moment door een aantal onderzoekers gesuggereerd dat de afgenomen hoeveelheid zeeijs in de Barentsz Zee de circulatie dusdanig beinvloedt dat de kans op koude periodes in de winter wat toeneemt. Dit is een mogelijke verklaring voor de opvallend koude winterepisodes van de laatste jaren.
Onderstaand de samenvatting van het artikel, in het Engels:
"European winter climate and its possible relationship
with the Arctic sea ice reduction in the recent past and
future as simulated by the models of the Climate Model
Intercomparison Project phase 5 (CMIP5) is investigated,
with focus on the cold winters. While Europe will warm
overall in the future, we find that episodes of cold months
will continue to occur and there remains substantial
probability for the occurrence of cold winters in Europe
linked with sea ice reduction in the Barents and Kara Sea
sector. A pattern of cold-European warm-Arctic anomaly is
typical for the cold events in the future, which is associated
with the negative phase of the Arctic Oscillation. These
patterns, however, differ from the corresponding patterns in
the historical period, and underline the connection between
European cold winter events and Arctic sea ice reduction."
Als antwoord op een mailtje, waarin ik toestemming vroeg om dit taaie, maar zeer interessante mailverkeer te publiceren, kreeg ik nog meer informatie over de invloed van de Barentsz Zee op onze winters.
Bas: Toevallig stond er vandaag nog een interessant artikeltje op de website van de Noorse weerdienst, waarin ook wordt gerefereerd naar het effect van de Barentsz Zee. Het is in het Noors, maar Google Translate biedt hulp. De link die ik geef, is de vertaalde pagina: http://translate.google.com/translate?sl=no&tl=en&js=n&prev=_t&hl=en&ie=UTF-8&eotf=1&u=http%3A%2F%2Fwww.yr.no%2F1.10909712&act=url
Als je nog vragen hebt hoor ik het graag. Het plaatje in het artikel is interessant en geeft de gemiddelde januaritemperatuur over 2008-2013 minus de gemiddelde januaritemperatuur over 1978-2007.

Samenvattend kan ik hier stellen, dat de kans op een Elfstedentocht kleiner is geworden, maar paradoxaal genoeg dat we vaker voor korte periodes op natuurijs kunnen schaatsen, al zal dit meestal gepaard gaan met sneeuw.
Maar eerlijk is eerlijk: in de winter van 2007 hadden we na zo'n 10 veel te zachte winters hier blind voor getekend!

Geen opmerkingen: