zondag 16 december 2012

"Het was me een genoegen" of een Breede sLach

In mijn jeugdjaren ben ik regelmatig naar bed gegaan op de tijd, waarop mijn wekker vandaag stond: kwart voor 5. Om het nog erger te maken. O, kwart over 4 was ik wakker geworden en heb stilletjes het bed verlaten om Ada niet te wekken.
Nu hadden we gisteren een verjaardag in Spijkenisse. Joep Kapiteijn was afgelopen week jarig en met een vriendengroep togen wij er naar toe. Daar er veel onderwijzend personeel in deze groep zit, sprake wij schande van de Mayakalender. " "Hoe verzinnen ze het om de wereld te laten vergaan aan het begin van de Kerstvakantie? Konden ze geen 2 weken wachten?"
Wij konden om half 8 in ieder geval niet meer wachten om met metro en trein terug te reizen naar Leiden. Vanaf Leiden Centraal fietsten Ada en ik naar huis, waar ik om 10 uur mijn bed in door voor een niet zo heel lange nacht. Maar ik had in ieder geval wel meer nachtrust van in de bedstee in Boksum.
Om half 6 zat ik op de fiets naar de Leidse IJshal. Om 6 uur zou daar het startschot van de 1000 rondjes van Leiden gegeven worden door Cees Juffermans. Het was gezellig druk. Er waren maar 4 individuele deelnemers aan de 1000 rondjes van Leiden, maar behoorlijk wat teams. Met Liesbeth Mau-Ausam, die in Vancouver een Olympisch diploma gehaald had, stond ik op de eerste startrij.
Zij reed in het het Team IHCL, met daarin Joost en Cees Juffermans en Kurt Wubben. Ik schatte hen is als winnend team.
Zelf begon ik vrij rustig. Op mijn werk waren diverse mensen half grieperig en een enkeling flink en gisteren was ook een van mijn vrienden niet helemaal okselfris. En dan ga je, als je een licht pijntje in je armen en benen voelt twijfelen: "Ik zal toch niet...."
Met griep kun je geen 200 km schaatsen. Maar je weet pas of het griep is, als je echt begint. Je kunt namelijk ook pijntjes voelen, doordat je gespannen bent: de normale stress voor een topprestatie.
Ik reed veiligheidshalve in het begin vrij rustig en werd na een ronde of 7 ingehaald door een groep Rijnsburgers. Zij hadden een heerlijk gelijkmatig tempo, dus ik sloot me, rijdend achter Klaas van den Broek, aan bij deze groep. Ook Martin Langbroek reed, voorzien van een webcam op zijn helm, mee in dit peloton.
Het eerste uur ging verbazingwekkend goed. Bij de eerste dweilpauze stond de teller op 140 rondjes, net zo veel als afgelopen dinsdag.
De eerste dweilpauze benutte ik voor een bezoek aan het toilet, waarna ik meteen weer door kon op spiegelglad ijs. De tweede serie kon ik gedeeltelijk aanpikken bij het Rijnsburgse team en gedeeltelijk kwam ik op kop van de groep waar ik mee reed. Het tempo lag wat lager, maar het ging best lekker. Met 272 ronden op de teller zat ik nog steeds op een schema onder de 8 uur.
Nu ben ik thuis netjes katholiek opgevoed, en ik hoefde het niet in mijn hoofd te halen om Maria als een gevallen vrouw te bestempelen. Toch kon ik aan het begin van het derde uur niet anders dan dit als een vaststaand feit te constateren. Op het rechte eind zag ik immers vlak voor mijn eigen ogen toch echt Maria Nieuwenhuis onderuit gaan!
Na deze valpartij met religieuze dimensie was ik aangewezen op andere steun en toeverlaat. Deze kwam in de vorm van de onverwachte herrijzenis van de Jobo-trein. Ineens waren ze er weer. Waar de Jobo's in vroeger tijden soms een half rood-geel kleurden, leken deze trainingsjacks bijna van de aardbodem verdwenen.
Met 402 ronden begon ik aan de volgende serie, waarbij ik me grotendeels door Jobo's liet stayeren naar 524 ronden in 4 uur tijd. Ik was over de helft en kon af gaan tellen.
Maar vlak voor het zo ver was, had ik een heel andersoortige ervaring. Ik reed namelijk vandaag niet alleen voor de Monique Velzeboer Foundation, maar ook nog voor de Nierstichting. Begin maart zou ik meedoen aan IJsstrijd op Flevonice. Dat ging echter niet door, daar het een graad of 15 was. Het ijs was te zacht om op te schaatsen, laat staan voor dit evenement. Het werd uitgesteld naar 15 december. In de tussentijd ging Flevonice failliet.
Nu kon iedere deelnemer tussen 1 en 15 december op eigen houtje op een van de 15 kunstijsbanen van Nederland alsnog zijn gesponsorde rondjes rijden voor de Nierstichting. Maar ja, dan heb je altijd van die druiloren, die een dagje later pas aan hun verplichtingen voldoen....
Mijn actie op de site van IJsstrijd had als titel: "Een Breede sLach". Ik reed in het peloton achter de Jobo-trein aan en was aan rondje 517 bezig. Martin Langbroek reed in mijn slipstream en zat dicht tegen zijn 500e ronde aan. Hij kwam naast me rijden en zei: "Het was me een genoegen" en zette met zijn linkerbeen aan met een brede slag met het gevolg, dat Breed lag.
Zonder dat hij het merkte, had hij mijn rechterschaats onderuit getrapt. Ik merkte het wel degelijk, want behalve dat ik viel, schoot er een krampscheut door mijn rechterkuit. Rechtop schaatsend reed ik nog 7 rondjes rustig uit tot de vierde dweilpauze, blij dat ik mijn compressiekousen aan had gedaan.
Terwijl ik een krentenbol at en een sportdrank dronk, die Hermien Ravensbergen en Elly van Goozen me hadden aangereikt, besprak ik de brede slag met Martin.
"Dit komt zeker op je blog?" vroeg de man van die Heinzelmann Schlittschuhe.
Sommige mensen zijn telepathisch begaafd....
Ik was gelukkig snel hersteld, zodat ik kon aansluiten bij de Jobo's, die nog zo'n 50 rondjes moesten rijden met zijn vijven. Gelukkig reden er een paar daarna nog door, zodat ik heerlijk kon stayeren tot de volgende dweilpauze met 645 getelde rondjes. Ik sprak met Jan Pieter Tensen, die net als vorig jaar halverwege besloot om alsnog de 1000 rondjes solo te volbrengen. Daar hij sneller was gestart, dat hij een voorsprong van 40 rondjes op me opgebouwd.

Doordat ik toen een exemplaar van "Molen- en Merentocht" had verkocht, kwamen we er achter, dat we beiden geboren en getogen Vennepers waren en dat mijn vader stro haalde bij zijn vader, die een akkerbouwbedrijf had.
Nu we het toch over boeken hadden: doordat ik ook voor de Nierstichting zou rijden, kon ik niet nog eens bij dezelfde mensen langs om me nogmaals te laten sponsoren. Maar ik had voor de verkoop 6 boeken meegenomen: 3 exemplaren van "Molen- en Merentocht" en 3 van "De Elfsteden toch gereden".

Ik gaf aan, wat de kostprijs en de winkelprijs was, terwijl ik erbij zei: "Je mag zelf weten, wat je in de collectebus bij de ingang doet!"
Na de dweilpauze reed ik als een soort meesterknecht voor Jan Pieter Tensen uit. Nota bene mijn grootste concurrent. Maar dat is juist het leuke van het schaatsen. Het is een hele sociale sport. En één ding was zeker: een Venneper zou de 1000 rondjes van Leiden individueel het eerst volbrengen.
Bij de teams was de strijd een stuk spannender. Bij het team van de IHCL ging met name oud-marathonkampioen Kurt Wubben als een beest tekeer: rondjes van 13 seconden op een volle en her en der afgetrapte baan! De IJVL zette daar een team tegenover met Jos Drabbels, Marco Tiller en Gerard van Klink. Dit trio zegevierde uiteindelijk, doordat ze veel gelijkmatiger reden. Kurt Wubben kon dan wel supersnel schaatsen, er reed in dat zevental ook iemand mee, die ik inhaalde. Dat drukt het gemiddelde.
Behalve Jos Drabbels reden er nog meer trainingsmaten van de droogtrainingsgroep van de IJVL veel rondjes: Jaap de Gorter, Hen van den Haak, Sjaak Stuijt, Andrea Landman, Wil Verbeij en Robert Nozeman.

Een mooi gezicht was, dat Joost Juffermans, de man, van wie ik mijn TNT-pak heb gekregen, rondenlang werd gestayerd door "onze" Jos Fugers.
Het was inmiddels behoorlijk druk op de buitenbaan. Het ijs in de bochten was niet best. Het zal vol scheuren. Er reed een "houthakker" rond, die op vaste schaatsen met veel kracht met de punt van zijn schaatsen afzette. Als je achter hem reed, vlogen de ijsspetters je om de oren. Als er eenmaal scheuren in het ijs zitten, dan worden ze steeds groter. Iedereen, die in zo'n scheur rijdt, trapt deze een beetje meer uit.
Het was dus flink laveren tussen de scheuren door, waarbij je ook nog schaatsers moest ontwijken, die naar buiten "dwarrelden".
Desondanks kon ik aardig gas geven en Jan Pieter Tensen op weg te helpen naar een goede tijd.

Het dieselwerk had ons weer een stuk dichter bij ons doel gebracht. Mijn teller stond op 781.
Het volgende blok gingen we op dezelfde voet verder en passeerden we de grens van 900 rondjes. Deze grens passeerden we echter niet geheel geruisloos. Met nog een minuut of 5 te gaan in dit uur reed "mijn kopman" verkeerd in een scheur en ging ook hij onderuit.
Gelukkig kon de Rijnsburger weer aanpikken en "bracht" ik hem naar zijn 990e ronde, waar hij er nog een eindsprint uit wist te persen. Met een tijd van 7.27.49 snoepte hij een paar minuten af van zijn p.r.
Dat zat er voor mij niet in. Daarvoor had ik in het begin te veel tijd laten liggen. Vorig jaar was ik in topvorm, nu gewoon in vorm. Een subtiel, maar in de sport vaak beslissend verschil.
Desondanks kon mijn week niet meer stuk na het unaniem aannemen van het amendement in de Leidse gemeenteraad om de Leidse IJshal de komende jaren volledig te renoveren. Hulde daarvoor!

Daar ik bij mijn schaatslessen op vrijdag met de kinderen ook geregeld de buikschuiver oefen, maakte ik in 7.45.13 op deze wijze de 1000 rondjes vol.
Ik kreeg meteen een microfoon onder mijn neus geduwd door speaker Teun de Reede, die mij vroeg, hoe het was gegaan.
"Beter dan ik had gedacht", kon ik naar waarheid antwoorden.
Ans van Dijk trad weer op als rondemiss, terwijl ik van voorzitter Jos Arts een geel-oranje roos kreeg, die ik overhandigde aan Ada, die was komen kijken, hoe ver ik inmiddels gevorderd was.

Met een ererondje, onderbroken door het eten van een kop bouillon en het ophalen van mijn rugzak, kwam deze Alternatieve Elfstedentocht uit op 1001 rondjes.

Ik verliet het ijs juist op het moment, dat dweilorkest "De Rijntappers" op kwam draven om de sfeer te verhogen voor met name Ralph van der Lely en Jan Verlind, die flink moesten afzien bij hun laatste 200 rondjes.
Met de winnaar begaf ik me naar kleedkamer 2, waar we grondig gemasseerd werden: de benen en de rug werden, niet geheel pijnloos, weer soepel gestreken en geknepen.
Ralph van der Lely, die met een team mee zou doen, maar na het afhaken van zijn maten besloten had om de 1000 rondjes dan maar alleen te doen, kwam helemaal gesloopt van het ijs af.
De geboren en getogen Vennepers lieten zich door Monique Velzeboer in nostalgische outfit fotograferen, alvorens we ons naar de kantine begaven. Traplopen is niet altijd fijn!
We dronken wat en wachtten op de finish van Jan Verlind, die total loss net binnen de 10 uur zijn 200 km erop had zitten.
Daarna maakte Jos Arts de totaalstand van de sponsoractie bekend: 9421 euro.
"Hiermee kunnen we 100 kinderen helpen", sprak de voorzitter van het Lilianefonds.
Tot slot werd de gouden schaats overhandigd aan Marco Tiller en Jos Drabbels.
Het winnende team mocht onderling uitmaken, bij wie deze wisseltrofee op de schoorsteenmantel mag staan.
Wie ons achteraf wil sponsoren: dat kan nog steeds via de Monique Velzeboer Foundation.

Geen opmerkingen: