woensdag 22 december 2010

Tineke Dijkshoorn


Sommige dagen worden op een onverwachte manier bijzondere dagen. Zo ook de dag waarop de winter van 2010-2011 officieel begon. De eerste verrassing kwam gisterenavond al. We belden naar Siebe om hem op de hoogte te stellen van het weer en vooral de enorme hoeveelheid sneeuw in onze omgeving. Hij zou overmorgen gaan rijden.
"Ik zit al bij Parijs", was zijn antwoord. In overleg met de professor mocht hij het laatste college van 2010 laten schieten en was hij om 8 uur met zijn oude Peugeot uit Oviedo vertrokken.
Je slaapt na zo'n mededeling toch anders. Zodoende droomde ik over hem, toen ik meende, de bel te horen. Ik had het niet gedroomd: Siebe was om 10 over 3 veilig thuis! Het allermooiste Kerstcadeau!
En om het compleet te maken: 's avonds zaten we voor het eerst sinds meer dan een jaar als gezin Breed weer met zijn zessen aan tafel. Want ja, Spanje is toch een eind weg....
Uiteraard even gekletst met zoonlief, waarna je toch niet meteen in slaap sukkelt. Desondanks werd ik om 7 uur wakker. De schaatskleding kon weer aangetrokken worden en om half 9 ploegde ik met Ada over de sneeuwlagen in de Stevenshof om krentenbollen te halen en daarna door te fietsen naar de IJshal, waar ik les zou geven aan kinderen. Henk Heuzen was er gelukkig ook weer. Hij deed de kleding van de Kerstman aan, terwijl ik net als vorig jaar voor rendier mocht spelen.
De les ging, zoals gebruikelijk, behoorlijk speels.
Om kwart over 10 mocht ik met de Kerstman op de slee nog een ererondje rijden, waarna ik naar buiten kon om te kijken, wie er vandaag mee wilde naar de Gouwzee. In de hal hoorde ik, dat er na de 125 kinderen van maandag en de 106 van gisteren nu 133 op de schaatsles waren afgekomen.
Met Sjaak Stuijt en Bert Raaphorst reden we naar Monnickendam, waar we in "'t Marker veerhuis" wat dronken, voor we het ijs op stapten. De temperatuur was iets hoger dan gisteren, maar door de harde wind voelde het kouder aan. Voor de ijszeilers was het daardoor trouwens een uitstekende dag.

Sjaak kwam al na een km een klasgenoot van de lagere school tegen. We reden een tweetal rondjes van de niet officieel aangekondigde toertocht, toen we op Wim van Huis en Evert Boekhout stuitten. Zij hadden al 4 rondjes van 10 km gereden en het moment, dat wij warme chocolademelk dronken, was voor hen het moment om er een punt achter te zetten. Voor ons niet: wij gingen in wisselend tempo nog een drietal rondjes rijden. Soms ging het behoorlijk hard, dan weer wat rustiger.
Tussendoor zorgden we er wel voor om af en toe wat te eten, want als je de hongerklop krijgt, kom je niet meer vooruit.
De lus van 5 km was behoorlijk goed, maar de lus naar de haven van Monnickendam was een stuk slechter dan gisteren. Het gedeelte met het sneeuwijs vertoonde aardig wat uitgetrapte plekken, met aardig wat valpartijen tot gevolg. Sjaak Stuijt had daar geen last van. Het is ongelofelijk, hoe lichtvoetig hij over slecht ijs heen danst!
De laatste ronde ging Sjaak nog even vol gas rijden, terwijl Bert en ik nog een rondje op techniek gingen schaatsen.

Bij de dijk naar Marken dronken we warme frambozenlimonade, naar Noors recept, toen we Dick de Bles aan zagen komen. Hij nam een foto van deze krasse knarren.

Nu reed er een vrouw mee in de groep van Dick de Bles. Door de bivakmuts was het absoluut niet te raden, wie het was. De enige aanwijzing was Schipluiden achter op haar trainingsjack. Zij kwam bij ons op de foto en wij kregen van Dick de opdracht om te raden, wie er achter die bivakmuts schuil ging.

Een soort vrouwelijke Sting dus.

We reden de rest van het rondje met Dick op kop, de geheimzinnige vrouw daarachter, ik reed op de derde plek en Bert volgde mij. Zo reden we door naar de haven van Monnickendam, waar het dagje Gouwzee er voor ons op zat. Op het gepuzzel na, natuurlijk. Bij het weggaan gaf Dick ons nog wel een hint mee: "Er zijn maar 3 vrouwen in Nederland, die hebben, wat zij heeft!"
Daar dit ongetwijfeld iets met schaatsen te maken moest hebben, liepen we op we weg naar "'t Marker veerhuis" hardop te filosoferen. In eerste instantie dachten we aan een gouden medaille op een bepaalde afstand, maar plotseling kreeg ik een heldere ingeving: er zijn maar 3 vrouwelijke winnaars van de Elfstedentocht!
Klasina Seinstra viel af, daar zij in Friesland woonachtig is. Het zou dus Lenie van der Hoorn of Tineke Dijkshoorn, beiden woonachtig in Zuid-Holland, moeten zijn.
Thuis keek ik in een van de boeken van de Tocht der Tochten en inderdaad: in 1986 won Tineke Dijkshoorn-Olsthoorn de Elfstedentocht. Haar woonplaats: Schipluiden!
Bingo!
En zo werd deze dag voor de tweede keer een heel bijzondere dag voor me. Ik schaats immers niet iedere dag 5 kilometer achter een winnares van de Elfstedentocht aan!

Geen opmerkingen: