zondag 21 maart 2010

"Je bent de tweede veteraan!"

Aanvankelijk had ik de kop voor dit stukje op mijn weblog al verzonnen: "Annie's verjaardag". En dan bedoel ik niet het café in Leiden met een terras aan de Nieuwe Rijn, waar het 's zomers goed toeven is, maar ik bedoel mijn oudste zus Annie, die vandaag haar 69e verjaardag viert. Maar het leven loopt soms ietwat anders.
Om 7 uur ging de wekker af. Volstrekt overbodig, want ik was om 6 uur al wakker en lag daarna een uur te hanewaken.
Met Ada ontbeet ik en om even over 8 vertrok ik naar de IJshal, waar ik met voor half 9 in moest schrijven. Na 2 km kwam ik er achter, dat ik mijn helm vergeten was en zonder helm mag je niet meedoen. Omkeren dus en weer naar huis. Wie zijn hoofd niet gebruikt, moet zijn benen gebruiken.
Om half 9 kwam ik bij de IJshal aan. Ik meldde me aan en kreeg het hesje met startnummer 58. De tas met schaatsen legde ik alvast klaar bij de bankjes en om 10 voor 9 wandelde ik rustig naar buiten. Na alle buien van gisterenavond, waarbij "de Kuip" daadwerkelijk in een badkuip veranderde, en was het bewolkt, maar droog. Wel stond er nog een behoorlijke wind.



Om 9 uur klonk het startschot, terwijl de meeste deelnemers aan de jeugdbiathlon al klaar waren. Na een kilometer was het veld al aardig uit elkaar getrokken. Zelf liep ik naar mijn gevoel in de middenmoot, samen met nummer 91 en 2, Carolien Smit, de eerste vrouw in de wedstrijd, en met Christiaan Hoekstra. Geen verkeerde groep om in te lopen. Sterker nog, ik bepaalde het tempo met mijn ingebouwde gevoel hoe hard je moet lopen om je niet op te blazen. Gelijkmatig liepen we de 11 km. Slechts één loper haalde ons nog in, met nummer 110. Hij nam de kop over en ging langzaam maar zeker versnellen. En dan moet je rustig een gat laten vallen. In een paar honderd meter kun je jezelf in de vernieling lopen.


We kwamen met zijn drieën bij de IJshal aan, waarbij ik na 52.52 als 10e werd geklasseerd, 15 seconden achter Kobus Turk, die de hele race 100 meter voor ons uit liep. Ada stond mij als teller op te wachten. Het aantrekken van de schaatsen ging zo vlot, dat ik weg was, voor Jaap de Gorter bij zijn schaatsen was. Mijn doelstelling voor deze Run-Skate-Run was om in ieder geval Jaap voor te blijven, want anders wil Jaap dat met liefde af en toe fijntjes onder je neus wrijven. Zo bouwde ik 3 ronden voorsprong op Jaap op. Ook het schaatsen ging erg lekker, vooral toen Jos Fugers het ijs op kwam. Van dit groepje deed ik het meeste kopwerk, Jos nam ook regelmatig over en Jaap profiteerde door in de laatste 10 ronden een halve baan voorsprong te pakken. "Niet meegaan in een iets te hoog tempo", was mijn credo.
Het was verder vooral een inhaalrace, die ik als 6e beëindigde in 33.06, inclusief het aan- en uitdoen van de schaatsen, dus de rondetijd lag onder die van de Taartenwedstrijd.


In het begin en het einde ging ieder kilometer in 2 minuten, in het tussenstuk lag het tempo hoger. In de voorlaatste ronde ging een schaatser, die ik aan het inhalen was in de bocht onderuit, maar ik kon deze vallende persoon gelukkig net ontwijken.
Ook dit tweede deel van de Run-Skate-Run verliep dus naar wens.
En toen gebeurde het meest wonderlijke: bij de 3 km hardlopen kreeg ik vleugels. Een paar keer in het jaar heb je zoiets en vandaag was zo'n dag. Er liepen 3 man vlak bij elkaar, een paar honderd meter voor mij uit. Ik liep er langzaam maar zeker naar toe en het was "erop en erover". Anderhalve kilometer voor de finish haalde ik rugnummer 3, John Schouten, in en ook deze was gezien.
Na jaren in het tweede deel van de uitslagenlijst gefigureerd te hebben, was ik zeer tevreden: ik zat gewoon in de bovenste helft.


Direkt na de finish in 1.41.24 kreeg ik te horen: "Je bent de tweede veteraan!" Even dacht ik, dat ik in de maling werd genomen, maar het bleek toch echt zo te zijn! Ongelofelijk. Ik train al 30 jaar in de Leidse IJshal en nog nooit had ik een prijs gewonnen. In de verste verte niet zelfs. En dan nu zilver! Maar een Olympisch seizoen zit altijd vol verrassingen. Of zoals een paar mensen mij toevoegden: "De aanhouder wint!"
Lichtelijk euforisch genoot ik in het inmiddels zonnige weer van deze tweede plek bij de grootste groep deelnemers. Vooral aan de 3e plek op de afsluitende 3 km in 15.26 had ik deze klassering, als vierde in de totaalstand, te danken.


In de kantine van de IJshal werd ik na Kees Smit en voor Peter Harteveld naar voren geroepen om uit handen van hoofdsponsor Marc de Koning van De Molen Fietsen de licht beschadigde beker voor de tweede plaats bij de veteranen in ontvangst te nemen.





Ongelofelijk! Voor het eerst van mijn leven een podiumplek!

Het loopgroepje van de 11 km had het trouwens goed gedaan. Peter Aanhane had de wisselbeker gewonnen als winnaar van het totaalklassement, Christiaan Hoekstra eindigde eveneens als tweede, terwijl Carolien Smit bij de vrouwen als beste uit de bus kwam. Bovendien had Mart Moraal van Peter Witteman tuinen, die ik deze week al getipt had als winnaar bij de teams, deze favorietenrol waargemaakt.
Na de huldigingen was er een koud buffet voor alle vrijwilligers van de IJVL, waarna ik meereed naar Nieuw-Vennep om de spullen weer weg te brengen naar de firma Breed.
Thuisgekomen spoelde ik onder de douche het zweet van mijn lijf, belde ik mijn zus Annie om haar te feliciteren met haar verjaardag en keek ik naar de toch nog spannende ontknoping van het wereldkampioenschap allround, waarbij Sven Kramer de verrassende Jonathan Kuck toch voorbleef. Maar deze jonge Amerikaan zal ongetwijfeld net zo blij zijn met zijn tweede plaats als deze Leidse veteraan.

Geen opmerkingen: