vrijdag 20 november 2009

Topsport


Deze week had ik de mogelijkheid om voor mijn werk voor ibi.bibliotheek.nl vier vragen over sport te beantwoorden. De vragen waren: "Wat is een coach?", "Wat is een topsportcoach?", "Hoeveel professionele topsportcoaches zijn er in Nederland?" en tot slot "Wat is topsport?"
Van de coördinator van ibi.bibliotheek.nl (waar u vragen kunt stellen over allerhande onderwerpen en die door bibliothecarissen professioneel worden beantwoord), kreeg ik het volgende mailtje:
Hallo Bert,
Ik wil je even zeggen dat ik vind dat je de vragen waar ik in onderstaand bericht naar verwees prima hebt beantwoord. Gelden wat mij betreft als goede voorbeelden!
Dankjewel en groeten,
Esther
Daar de vraag "Wat is topsport?" zeer veel sporters wel eens bezig houdt, wil ik u dit antwoord niet onthouden:
"In de Dikke Van Dale staat als omschrijving van topsport: sport op het hoogste niveau.
Het begrip "hoogste niveau" wordt niet nader gedefinieerd. Dus of het gaat om sporters met of zonder handicap, of om sport op lokaal, regionaal, nationaal of internationaal gebied, wordt in het midden gelaten.
Volgens deze omschrijving kan het begrip 'topsport' op vele manieren geïnterpreteerd worden.
Op de site van NOC*NSF staat dat binnen de sport in Nederland de volgende definitie van topsporter wordt gehanteerd: "Je bent topsporter als je internationaal op het hoogste seniorenniveau (EK's, WK's en Olympische Spelen) meedoet, binnen een erkend topsportprogramma."
De topsporters worden door NOC*NSF ingedeeld in topsporters met de A-status of HP-status en topsporters met de B-status. Je kunt alleen de A-, HP- of B-status verkrijgen als je internationaal uitkomt en presteert in een Categorie 1-topsportprogramma. Welke sporten in categorie 1 vallen krijgt u te zien wanneer u op de site van link 1 doorklikt naar: Categorie 1- en 2-topsportprogramma's (geldig vanaf 1-1-2009)
Dat topsport niet alleen mooie kanten heeft, wordt aardig geïllustreerd door het volgende citaat van de Duitse dichter Bertold Brecht: "Topsport begint waar de gezondheid ophoudt"."
Bij dit antwoord horen 3 verwijzingen naar andere sites:
http://nocnsf.nl/CMS/showpage.aspx?id=657
http://www.linkit-speedskating.com/2009/06/column-ria-visser-juni-2009/
http://www.passievoorsport.com/watis_topsport.html
Vooral in de site van oud-schaatster Ria Visser, winnares van een zilveren medaille op de 1500 meter op de Olympische Spelen van 1980 in Lake Placid achter Olympisch kampioene Annie Borckink, kan ik van harte aanbevelen.


Hier citeer ik, om even goed over na te denken, de kern van dit artikel:
"Voor wie het nog niet wist: het leven van topschaatsers bestaat voornamelijk uit trainen. Hun vakantieperiode duurt om en nabij de drie weken en valt medio april. In mei begint de hele trainingsopbouw weer van voor af aan. Eerst bestaan de trainingen voornamelijk uit duurlopen en fietsritten. In juni komt er de afwisseling: fietsen, lopen, kracht, skeeler en fitness. In juli wordt er zelfs een aantal weken geschaatst. In augustus en september is er geen ontkomen meer aan. Maximale concentratie en inzet is vereist om de trainingen te kunnen volbrengen. Volhouden en zonder kleerscheuren uit deze loodzware periode zien te komen, dat is de opdracht. Wie in deze periode de aansluiting mist, ziek wordt of geblesseerd raakt, houdt al bij voorbaat rekening met een verloren seizoen. Een Olympisch seizoen, wel te verstaan. En dat mag onder geen beding gebeuren. Maar het met succes bewaken van de grens tussen te weinig en te veel trainen is een gave. Om blessures in de maak en overtraining in de dop op tijd te onderkennen is een zesde zintuig nodig , want kennis en ervaring worden maar al te vaak eenvoudig op het verkeerde been gezet door ambitie en beroepsdeformatie. Er gaan slachtoffers vallen. Toppers, potentiële Olympische medaillewinnaars, die het Olympisch vliegtuig naar Vancouver gaan missen. Helaas.
Topsport is een ongezonde bezigheid, maar dat is het roken van een pakje sigaretten ook. Ieder zijn ding. Het gekke is dat een topsporter bij uitoefenen van zijn ongezonde bezigheid alle hulp krijgt van trainer, arts, fysiotherapeut en psycholoog om zowel lichaam als geest tot het uiterste te drijven. Terwijl de arme kettingroker het elke dag in z’n eentje voor elkaar moet zien te krijgen om zijn lichaam te kwetsen met die zestig sigaretten per dag. Een kromme vergelijking. Misplaatst. Mee eens. Maar als je twintig jaar na dato als voormalig succesvol sporter, en nog niet zó oud, niet eens meer in staat bent om een stukje hard te lopen, een rondje te schaatsen of een partijtje tennis te spelen vanwege twee kapotte knieën, dan is het niet zo gek om met gemengde gevoelens naar de zwoegende en zwetende topsporters te kijken. Gezondheid eindigt, waar topsport begint schreef Bertolt Brecht in de vorige eeuw."

Geen opmerkingen: