woensdag 13 augustus 2008

Tussen de wakken, door het riet


Januari 2006 grossierde in vorstdagen zonder echte kou. Toch konden we op 29 januari naar de Oostvaardersplassen. Maria Nieuwenhuis, Jaap de Gorter en Bert Breed reden op deze zonnige zondag om 10 uur een stuk van 3 km een paar keer heen en weer langs de kant vanaf de vogelhut. Onderweg kwamen we nog een aantal IJVLers tegen.
Tot we over zeer hobbelig ijs langs het riet ontdekten, dat we een rondje konden schaatsen van zo’n 10 km. We moesten vaak tussen twee wakken door schaatsen en een paar keer door het riet klûnen. Er waren nog zeer veel wakken. Dit stuk reden we op met Aad Heemskerk, bekend van de IJshal en met Tim Krabbé, schrijver van sportverhalen als “De renner”, “43 wielerverhalen” en “Drie slechte schaatsers”.


Lezen!
Ik werd bij een klûnplek nog aangesproken door een Fries over mijn Fryslân-muts. Het uitrijden van een Elfstedentocht was nog net een geldige reden om met zo’n muts te mogen rijden. "It kin net!"

Na wat gegeten te hebben reden we het rondje in omgekeerde richting. Na een bocht om het riet reed ik bijna regelrecht in een wak. Een katachtige, zijwaartse duik in het riet behoedde me voor een nat pak. De klûnstukken waren veel groter dan tijdens de eerste ronde. We leken meer op wielrenners, die aan het crossen waren geweest dan op schaatsers. Het ijs werd om half 2 onbetrouwbaar, zodat we het voor gezien hielden. We hadden alles eruit gehaald wat er in zat.

Geen opmerkingen: