maandag 18 augustus 2008

Peter Winnen Classic


Om 6 uur rinkelde de wekker. Uit bed en vlug ontbijten, daar ik om 7 uur bij Jos Drabbels moest zijn voor de eerste editie van de Peter Winnen Classic. Na een week met veel regen scheen de zon en om 10 over 7 reden we naar Ysselsteyn met de 2 racefietsen achter op het fietsenrek. Met Radio Olympia aan reden we naar Noord-Limburg, waar we om een uur of 9 bij de ouders van Jos gastvrij werden ontvangen. Jaap de Gorter en Andrea Landman waren daar al, Wil Verbeij kwam even later aangefietst vanuit Venray, waar hij bij zijn schoonmoeder overnacht had na een concert van Rowwen Heze in Velden. Hij had al10 km op de teller staan. Albert uit Helmond, een vriend van Jaap en Pieter uit Ysselsteyn, een vriend van Jos, completeerden het zevental. Net als op de Weissensee vormden we een kleurrijk gezelschap: we hadden allemaal andere wielerkleding aan.
Rond kwart voor 10 waren we bij Herberg “De Peel”, waar we ons voor € 5,- per persoon inschreven. Daarna vertrokken we met een snelheid van ongeveer 26 km per uur langs het ouderlijk huis van Peter Winnen, tot we werden ingehaald door een snellere groep. Wij gingen met deze groep mee en de teller sprong al snel naar 35. Nu is haastige spoed zelden goed, want we misten een klein pijltje met PWC en kwamen er zo na een paar kilometer achter, dat we verkeerd zaten. Gelukkig kenden Pieter en Jos de omgeving goed, zodat we van America naar Castenray pedaleerden. Door deze omweg misten we wel de Drabbelsweg. In Castenray pakten we de route weer op.
Het was meteen een stuk drukker met racefietsers. Bij Broekhuizen reden we het pontje Broekhuizen-Arcen op. Op de Maas voelde je pas, hoe warm het was op deze zonnige, bijna windstille dag. Bij Arcen zagen we het eerste bordje met gevaarlijke oversteek staan. Hier moesten we een drukke vierbaansweg oversteken. Over een bochtig parcours met constant draaien en keren, afremmen en weer aanzetten reden we met de teller vaak op 36 of hoger, bij Walbeck Duitsland binnen.
Bij een gevaarlijke oversteek kon de IJVL-groep oversteken, terwijl ik moest wachten. Er was meteen een gat van 200 meter geslagen en dat rijd je niet meer dicht. In de verte zag ik een kleurrijk lint van zo’n 30 wielrenners in het prachtige boerenland over de stille weggetjes slingeren. Na een kilometer of 5 was de groep er achter gekomen, dat ik niet mee zat in de grote groep. Zij lieten zich afzakken en in het wiel van de 2 meter lange Wil Verbeij zat ik daarna in de slipstream van deze ideale windvanger.
We kwamen via Veert en Wetten in de heuvels en daar brak de groep in stukken. Klimmen en dalen kun je nu eenmaal het beste in eigen tempo doen. Na de klim “Morzine” kwam de klim “l’Alpe d’Huez”. We daalden af via de Reichswaldstrasse naar Villa Reichswald, waar we op een terras Reistorte und Pflaumentorte bestelden. Nu is in Duitsland alles groter, zo ook deze lekkernijen, die een grote aantrekkingskracht op wespen bleken te hebben. Na een half uur gezeten te hebben, werden de bidons gevuld en konden we aan de tweede helft beginnen.
We begonnen met een afdaling, maar al snel waren we voorbij het eerste PWC-pijltje gezoefd. Terug, waarbij de laatsten de eersten werden, en via de goede route. Het tempo lag over het algemeen op zo’n 33 km op de rechte stukken, hetgeen na het straffe tempo van de ochtend weldadig aanvoelde voor de kuiten. We werden door een groep van een man of 6 ingehaald en wij gingen mee in de slipstream. Het tempo ging weer omhoog en vooral na iedere bocht (en dat waren er op deze route veel) zette dit zestal meteen aan naar 36 km. Langzaam maar zeker werden we gesloopt. Ik krijg steeds meer respect voor mijn zoon Siebe en andere wielrenners, die tijdens de befaamde rondjes om de kerk direct na de bocht op 45 km per uur zitten!
We sloten aan bij een groep van vrienden van het platteland en via Keppeln en Oberhelsum reden we met een vaartje van 30 km bij Wellse Hut Nederland weer binnen. We lieten de tweede stop voor wat die was. Bij Blitterswijck staken we de Maas weer over. Met 32 op de rechte stukken waren we echt al een beetje aan het uitbollen op de laatste 20 km. Bij Oirlo vroeg Andrea aan Pieter: “Wat is dat voor fabriek?” “Daar werk ik” was het antwoord.Vier kilometer voor Ysselsteyn demarreerde de klagende Jaap.Bij Herberg“De Peel” hadden we er zo’n 140 kilometer op zitten met een gemiddelde van 30 km. We waren allemaal aardig gesloopt, maar een plekje op het terras doet wonderen. Ook Peter Winnen zat op het terras, met een shagje in zijn hand…..Zou hiermee zijn Touroverwinning in de rook zijn opgegaan?



De voorzitter van de wielervereniging uit Ysselsteyn meldde, dat er aan deze eerste Peter Winnen Classic 370 mensen hadden meegedaan. Die hadden kunnen genieten van een fantastische dag met perfect wielerweer. Bij de verloting van de prijzen bleek ik in de prijzen te zijn gevallen: het boek Michael en Erik, een tijdperk. Je bent bibliothecaris of je bent het niet! Uit handen van Peter Winnen kreeg ik dit boek van meer dan een kilo overhandigd.

Bij de ouders van Jos kregen we een gastvrij onthaal, met uiteraard Limburgse vlaai. Daar we erg ons best gedaan hadden, mochten we nog een tweede stuk ook. Om half 6 stapten we de auto op weg naar Leiden, waar Michael en Erik een plaatsje vonden in Siebes wielerboekenkast.
De Peter Winnen Classic is zeker voor herhaling vatbaar!

Geen opmerkingen: